Aardgasvrij: keuzevrijheid in samenhangend beleid

aardgasvrij in samenhangend beleid

Aardgasvrij maken van Nederland gaat om keuzevrijheid in een samenhangend beleid. In gesprek met drie deskundigen met een lange staat van dienst krijgen we zicht op de belangrijkste thema’s die er spelen: wie draagt de verantwoordelijkheid en de kosten, liggen de oplossingen centraal of decentraal en welke verschillende nieuwe duurzame energiebronnen zetten we in?  Nadine Huiskes in gesprek met Jacqueline Cramer, hoogleraar duurzaam innoveren aan de Universiteit Utrecht, Simon Rozendaal, wetenschapsjournalist bij weekblad Elsevier en Susanne van Suylekom, projectmanager bij Vattenfall.

Aardgasvrij vraagt samenhangend beleid

Jacqueline Cramer,  Simon Rozendaal en Susanne van Suylekom houden zich door de jaren heen op verschillende manieren bezig met de energietransitie. Jacqueline Cramer is ruim veertig jaar actief op het terrein van duurzaamheid. Ze was van 2007 tot 2010 minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en sinds 2010 hoogleraar duurzaam innoveren aan de Universiteit Utrecht.  Simon Rozendaal is van oorsprong chemicus en schreef recent het boek Warme aarde, koel hoofd. Hij is sinds 1986 wetenschapsredacteur van Elsevier Weekblad. Susanne van Suylekom werkte als programmamanager bij klimaatbureau HIER, en is sinds vorig jaar bij Vattenfall Heat aan de slag met participatieprocessen in wijken die van het aardgas afgaan.

In het Nederlandse Klimaatakkoord is afgesproken dat de gebouwde omgeving aardgasvrij wordt. Er is veel werk te verzetten om zeven miljoen woningen en een miljoen gebouwen vóór 2050 van het aardgas af te halen en van een duurzame warmtelevering te voorzien. Hoe zal de toekomstige warmtevoorziening in Nederland eruit zien? Projectmanager Susanne Van Suylekom verwacht een lappendeken van technieken. “In een deel van de woningen zullen all electric oplossingen bijvoorbeeld met een warmtepomp, worden toegepast. Met name in steden waar nu al een warmtenet ligt, zullen steeds meer woningen hierop worden aangesloten. Er is nog een derde optie, namelijk het gasnet intact laten, zodat hier tegen 2050 groen gas of waterstof door vervoerd kan worden.” Simon Rozendaal, wetenschapsjournalist heeft ook hoge verwachtingen van duurzame gassen als alternatief voor het huidige aardgas. “Ik heb goede hoop dat we over tien tot twintig jaar gebruik kunnen maken van groen gas of groene waterstof. Het is dan ook heel onverstandig om de gasleidingen uit de grond te halen.”
Wat Van Suylekom opvalt is,  dat de ontwikkelingen van de laatste jaren niet altijd met elkaar te rijmen vallen. Toch denkt zij dat we een heel eind kunnen komen, zeker als bedrijven vol inzetten op de eigen duurzaamheidsambities. Zo heeft Vattenfall als ambitie Fossielvrij in één generatie en daarvoor een CO2-roadmap opgesteld, waarmee wordt gewerkt aan klimaatneutraliteit voor de eigen bedrijfsactiviteiten, die van leveranciers en van klanten.

“Het gasnet intact laten, zodat hier groen gas of waterstof door vervoerd kan worden.”

Verantwoordelijkheid en kosten

De afgelopen jaren hebben veel bedrijven, professionals en bewoners de handschoen opgepakt. De wereld om ons heen vergroent steeds meer, maar gaat het hard genoeg? De werkelijkheid is dat we in Nederland achterlopen op de doelen die we zelf hebben vastgesteld, stellen de drie deskundigen vast. Essentieel voor Jacqueline Cramer, hoogleraar duurzaam innoveren aan de Universiteit Utrecht is een antwoord te vinden op de vraag: Welk deel van de infrastructuur voor wiens rekening komt? “Dankzij de Energiewet én de behoefte om niet te veel in handen van marktpartijen te geven, is nu een groot deel van de infrastructuur onder de grond in handen van de overheid.” Logisch wat haar betreft, want het gas- en elektriciteitsnet zijn publieke voorzieningen. “Maar waarom moeten bedrijven straks de warmtenetten bekostigen? Dat is het hete hangijzer dat Den Haag al enige tijd voor zich uit schuift.”

Centraal of decentraal

Aardgasvrij maken centraal of decentraal is de vraag. Wordt het een grootschalige of een kleinschalige aanpak? Voor Cramer is het uitgangspunt: Kijk wat voor welke wijk geschikt is? “Soms is dat een centrale oplossing zoals een warmtenet. In steden en wijken waar een warmtenet heel geschikt is, moet je vooral naar die oplossing kijken. Die warmte kan komen uit geothermie, warmte-koude opslag, waterzuiveringsinstallaties of datacenters. Dus niet alleen uit de restwarmte van de industrie.” In het Klimaatakkoord gaat veel aandacht uit naar warmtenetten. Terecht, vindt Rozendaal. “Stadsverwarming maakt gebruik van restwarmte die anders toch maar verloren gaat. Het is een goed voorbeeld van efficiëntie. Vaak komen er ook isolatiemaatregelen bij kijken. Dat is natuurlijk een andere slimme manier om de CO2-uitstoot naar beneden te brengen.” Maar in veel wijken zal een decentrale aanpak van het aardgasvrij maken, volgens Cramer een betere oplossing zijn door het lokaal opwekken van zon en wind en die opbrengst gebruiken voor warmtepompen. “Het is de kunst om duurzame energie op die plekken in te zetten waar geen andere oplossing mogelijk is.”

Keuzevrijheid geeft draagvlak

Cramer noemt de communicatie rondom het aardgasvrij maken richting burgers “zwak”. “Veel mensen vinden het moeilijk om een goed oordeel te vellen over de energietransitie in hun wijk, het onderwerp lijkt erg technisch en ingewikkeld. Ik ben een groot voorstander van brede participatie en collectieven in wijken. Alleen op die manier kunnen mensen een proces doorlopen waarbij ze ervaren: Zo willen we het! In plaats van dat ze het gevoel krijgen dat het van bovenaf wordt opgelegd. Mensen hebben hele legitieme argumenten en begrijpelijke zorgen.” Toch zijn consumenten niet altijd enthousiast over warmtenetten. Van Suylekom ziet het maatschappelijke draagvlak en de draagkracht van bewoners als belangrijk aandachtspunt in de warmtetransitie. “De algemene houding van veel bewoners is: ‘Ik begrijp dat we van het aardgas af moeten, maar moet het per se nu in mijn wijk?’ In Nederland willen we de mensen graag meekrijgen in dit transitieproces. Er wordt daarom veel geïnvesteerd in participatietrajecten. Geen twee wijken zijn hetzelfde en mensen hebben verschillende voorkeuren hoe ze willen meewerken. Geef bewoners de keuze op welk niveau ze betrokken willen zijn en hoe ze geïnformeerd willen worden: via een nieuwsbrief, WhatsApp, enz. Hoe verder je komt in een proces, hoe belangrijker persoonlijk contact wordt. De wijken die nu het verst zijn, zijn wijken waar de gemeente persoonlijk langs de deuren is gegaan.”

“Hoe verder je komt in het transitieproces, hoe belangrijker persoonlijk contact wordt.”

Aardgasvrij

Wat is er nodig om de duurzame ambities van Nederland te realiseren? Rozendaal pleit voor een nieuw maatschappelijk debat over kernenergie. “De energiedichtheid hiervan is hoog. Deze steekt met kop en schouders boven alle fossiele en hernieuwbare bronnen uit en de CO2-uitstoot is praktisch nul. Met door kernenergie gegenereerde elektriciteit zou je groene waterstof kunnen maken. Daarmee kunnen onze woningen en kantoren verwarmd worden via het huidige gasnet.” Hij ziet de laatste jaren dat het onderwerp langzaam bespreekbaar wordt en heeft goede hoop dat we de discussie over kernenergie als onderdeel van de toekomstige energiemix nog meer gaan voeren. “Ik vind dat we niet overhaast aan de slag moeten gaan door in te zetten op slechts enkele aardgasvrije technieken. Daar krijgen we over tien jaar misschien ontzettende spijt van.”

Brede scope duurzame energiebronnen

Ook voor de andere deelnemers aan het gesprek is een breed scala aan energiebronnen de voorwaarde om de Nederlandse klimaatambities te realiseren. Van Suylekom: “We moeten zeker een brede scope houden en kijken naar de mogelijkheden van biogas, waterstof, biomassa, geothermie en energie uit bijvoorbeeld afvalwater en oppervlaktewater. Maar de opgave om onze CO2-uitstoot terug te dringen is dusdanig groot, dat we nú aan de slag moeten met wat we aan bewezen duurzame bronnen voorhanden hebben. We moeten meters maken en tegelijkertijd met elkaar uitvogelen hoe we de energietransitie en de overstap naar duurzame warmte de komende dertig jaar verder gaan invullen.”

“Voer opnieuw een maatschappelijk debat over kernenergie

Restwarmte

Er is een rijke schakering aan duurzame bronnen nodig om de Nederlandse energietransitie tot een succes te maken, zo kunnen we constateren op basis van het gesprek. De inzet van warmtenetten met restwarmte uit industriële processen, zoals afvalverwerking en datacenters, is daarbij een kansrijke route. Daarmee kunnen we al op korte termijn duurzame warmte realiseren – om vervolgens de komende jaren nieuwe stappen te zetten richting een aardgasvrije en CO2-neutrale gebouwde omgeving.

 ©Nadine Huiskes

foto AVR-afvalenergiecentrale Rozenburg levert restwarmte aan het warmtenet van Rotterdam
© Sia Windig in opdracht van Vattenfall

 

 

 

 



Geef een reactie

Subscribe to this comment feed via RSS

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.