Verduurzaming onderwijscurriculum heeft de toekomst

Verduurzaming onderwijscurriculum heeft de toekomst in een samenleving in transitie naar een circulaire economie. Deze duurzame economie, veelal lokaal en kleinschalig en waar hergebruik van grondstoffen en hernieuwbare energiebronnen vanzelfsprekend zijn, vereist nieuwe businessmodellen en deskundigheid. Opvoeding en onderwijs zijn de pijlers bij uitstek om dit nieuwe duurzame begin te maken met anders denken en doen. “Dit ‘omdenken’, dit anders aanpakken is onze rol als future changemakers en daarvoor zijn wij, studenten onvoldoende uitgerust”, stelt Hanna Lubbers, voorzitter van Studenten voor Morgen in een interview met duurzaamplus.nl.
Duurzaam onderwijs
Bedrijven, overheden en andere instellingen vragen steeds meer om afgestudeerden met kennis en technische vaardigheden op het terrein van duurzaamheid. Daar ontbreekt het volgens Studenten voor Morgen in hun onderwijscurriculum nog steeds aan. “We krijgen te veel college vanuit de mores en wetten van de oude economie, terwijl in de samenleving een transitie gaande is. In die nieuwe circulaire economie met schone energie en mobiliteit en kleinschaligheid spelen nieuwe businessmodellen als delen, burgerinitiatieven en coöperaties een grote rol speelt. “Die expertise met een wetenschappelijk onderbouwd instrumentarium wordt ons niet als vanzelfsprekend bijgebracht. Duurzaamheid is geen bijvak of hobby meer!”
“We krijgen te veel college vanuit de mores en wetten van de oude economie”.
Duurzame politiek
Als het onderwijscurriculum niet op de toekomst is gericht, schiet de overheid als financier van het onderwijs dan niet te kort in zijn zorgplicht betreffende onderwijs in Nederland? Doet de overheid daarmee de samenleving niet fundamenteel te kort? Want wie betaalt, bepaalt! en hoe zit het met duurzame politiek, dat wil zeggen politiek die verder dan de komende verkiezingen denkt? Waar staat de langetermijn visie op onderwijs voor in de toekomstige samenleving in verkiezingsprogramma’s van Haagse politieke partijen en waarschijnlijk aankomende regeringspartijen? Waarom trekken het bedrijfsleven en lokale overheden niet aan de bel? Zij zitten nu en straks te springen om jonge deskundigen goed onderlegd en met een frisse blik om de noodzakelijke transitie te bewerkstelligen en uit te bouwen. Op dit moment lijken deze gevestigde partijen in Nederland zich te eenzijdig te concentreren op de energietransitie om zo hun bestaande belangen veilig te stellen. Er lijkt weinig oog en visie voor het veel bredere raakvlak van de transitie naar die nieuwe, circulaire economie. Vanuit hun gezamenlijk gepolderde visie denkt de oude politiek en dito economie nog alles van bovenaf te kunnen regelen. Die houding is gedateerd, niet duurzaam en zelfs gevaarlijk kortzichtig, omdat de wereld om ons heen wel degelijk de transitie fundamenteel aanpakt en daarvoor verduurzaming van het onderwijscurriculum vraagt.
Studenten voor Morgen
Bij het achterwegen blijven van structurele en fundamentele stappen tot verduurzaming in het overheidsbeleid komt nu uit nood en onvrede onder studenten, de verduurzaming in het onderwijs van onderaf op gang. Studenten beginnen uit overtuiging om straks goed voorbereid te zijn op wat de samenleving van hen vraagt in hun toekomstige werkkring, zelf aan die verduurzaming van het onderwijscurriculum. Studenten voor Morgen is de koepel van 28 organisaties, waar studenten zich nu inzetten om deze verduurzaming van het curriculum en de bedrijfsvoering van universiteiten en hogescholen te promoten en te stimuleren. “Het ontbreekt te veel aan kundige mensen, die opgeleid zijn om de transitie en de verstrekkende gevolgen ervan op een deskundige, technische manier te bewerkstelligen”. Dat ‘omdenken’, het anders aanpakken is onze rol als future changemakers. En daarvoor zijn we onvoldoende uitgerust.”
“De Green Offices zijn een zeer succesvolle beweging, die als een vliegwiel werkt.”
Green Office in hoger onderwijs
Om deze fundamentele omissie in het onderwijscurriculum op te lossen, hebben studenten Green Offices aan hun universiteiten/hogescholen in het leven geroepen. De eerste Green Office werd in 2010 op de Universiteit van Maastricht opgericht, daarna volgden Green Offices aan de Universiteit van Utrecht, Universiteit Wageningen, Exeter, Greenwich, Erasmus Universiteit Rotterdam, VU Amsterdam, Rijksuniversiteit Groningen en op 17 oktober jl. opende de Universiteit van Amsterdam haar Green Office.
Een Green Office is het onderdeel van de universiteit dat wordt geleid door studenten en ondersteund door stafleden – waaronder hoogleraren die zich verantwoordelijk voelen voor deze op een duurzaamheid gerichte toekomstvisie. “Een Green Office heeft een mandaat van de universiteit of hogeschool het curriculum en de bedrijfsvoering te verduurzamen en onderzoek daartoe te starten”, benadrukt de voorzitter van Student voor Morgen. “De Green Offices zijn een zeer succesvolle beweging, die als een vliegwiel werkt. Wij krijgen steeds meer voor elkaar en leren er leiderschap en ondernemerschap voor in de duurzame samenleving van morgen te ontplooien.”
Dat ‘omdenken’, het anders aanpakken is onze rol als future changemakers. En daarvoor zijn we onvoldoende uitgerust.”
Deskundigheid kweken
Hanna Lubbers, die in Noorwegen een semester milieu- en energierecht studeerde en nu haar master internationaal Energie- en klimaatrecht doet aan de Universiteit in Groningen, blijft zich verbazen over het geringe aanbod van deze specialisatie op bijvoorbeeld rechtenfaculteiten aan Nederlandse universiteiten. “De Rijksuniversiteit Groningen is de enige in ons land, die deze specifieke studierichting biedt. We zijn daar met vijftien studenten, waaronder drie Nederlanders! En dan te denken wat er internationaal op dit gebied op ons land afkomt. Daarvoor wordt geen deskundigheid gekweekt!” Maar haar studierichting staat niet op zich. Uit de verhalen die ze bij Studenten voor Morgen hoort, is het elders niet veel anders. In een studierichting als Economie bijvoorbeeld wordt nog steeds onderwezen in de wetten van de oude economie. “Het begrip circulaire economie wordt niet genoemd noch worden de wetten en businessmodellen van deze nieuwe economie of deeleconomie behandeld. Dat je daarover leest en het aankaart, vindt men interessant! Maar duurzaamheid is echt niet meer iets dat je erbij doet.”
StustainaBul
Leukste DIS
Dit jaar was het de VU die met ingeleverde pet-flesjes een verticale plantentuin bouwde, de eerste prijs van de Duurzame Introductie Stunt in de wacht sleepte.
Studenten voor Morgen timmert daarom landelijk met allerlei evenementen aan de weg, waarin ze met diverse partners samenwerken. Zo heb je Spring Talents, het platform voor HBO/WO-studenten en starters die een basis willen leggen voor hun carrière waar duurzaamheid en business elkaar versterken. Een ander in het oog vallend evenement van Studenten voor Morgen is de SustainaBul, de duurzaamheid ranking van Nederlandse hoger onderwijsinstellingen. Ook dit jaar stond de University of Wageningen voor de vierde keer op rij bovenaan de ranglijst. “En het blijkt”, vertelt de voorzitter van Studenten voor Morgen trots “dat universiteiten en Hbo-instellingen heel gevoelig zijn voor deze ranking. Het etiket Duurzaamheid op een onderwijsinstelling doet het goed bij het werven van nieuwe studenten.” Die aankomende studenten brengt Studenten voor Morgen direct de eerste week al in aanraking met zijn gedachtegoed. Tijdens de introductieweken organiseert het de Duurzame Introductie Stunt (DIS).
“Wat voor ons enigszins verrassend en dus teleurstellend was, is dat onderwijsinstellingen die zich wel duurzaam afficheren dat bij hun introductieweken dit jaar weer enigszins leken te vergeten, zo bleek bij de ranking op afvalverwerking, hergebruik van attributen, vervoer etc. van Studenten voor Morgen . Maar ik ben ervan overtuigd dat met zo’n competitie-element de bewustwording wel gaat doorwerken en volgend jaar ook introductieweken aan duurzaamheid meer aandacht zullen geven.”
In de Jonge Klimaat Beweging laten jongeren hun stem horen over het klimaat.
Verduurzaming onderwijscurriculum
Als aankomend juriste heeft Lubbers de zaak Urgenda versus de Staat der Nederlanden intensief gevolgd. Op de vraag of zij erin een parallel ziet in het verzaken van de zorgplicht van de Staat, in dit geval op het gebied van onderwijs, reageert Lubbers verrast en heel voorzichtig. “Interessant en gedurfd. Maar het gaan onderzoeken? Nee, het bestuurswerk voor Studenten voor Morgen vraagt al zoveel tijd, die we niet aan onze eigen studie kunnen wijden. Wel zijn we met een aantal oud-bestuursleden en jongerenvertegenwoordigers van de VN en van de Nationale Jeugdraad aan het nadenken, hoe we een lobby kunnen opzetten om onze stem te laten horen bij volksvertegenwoordigers, ministeries en opstellers van verkiezingsprogramma’s.”
Bij een nieuwe duurzame economie moet je bij het begin beginnen. Dus bij onderwijs op alle niveaus, zodat duurzaamheid in het denken van toekomstige burgers thuis en op het werk vanzelfsprekend wordt. Aanstaande maandag 31 oktober ziet de Jonge Klimaat Beweging, opgericht door Studenten voor Morgen samen met Jongeren Milieu Actief (JMA) en jongerenvertegenwoordigers van de Nationale Jeugdraad het officieel licht. “Met deze stichting willen we de betrokkenheid van Nederlandse jongerenorganisaties bij het thema klimaat vergroten en de stem van jongeren binnen de samenleving krachtig laten horen. Dat moet toch in vijf jaar lukken?”
Geef een reactie