Decentrale energietransitie speelt zich af in de straat of de wijk

Decentrale en duurzame energietransitie speelt zich af in de straat of de wijk. Zal ons groeiend energieverbruik met het gebruik van meer elektrische apparaten in huis of van elektrische vervoersmiddelen zoals fiets en auto, hierbij een probleem zijn voor de capaciteit van het regionale energienet? “Niet als de energie wordt opgewekt op de plek waar het gebruikt wordt”, stelt Pallas Agterberg, directeur Strategie Alliander.
Decentrale energietransitie
Bij decentrale energietransitie is het aan de burger als gebruiker – eigenaar of bewoner van het pand – het initiatief te nemen om gezamenlijk duurzame energie uit wind, zon of andere bronnen te produceren. Deze energie kan via het bestaande elektriciteitsnetwerk van de regionale netbeheerder tussen de huizen en bedrijven worden uitgewisseld. Niet langer bepalen gemeente of netwerkbeheerder centraal van bovenaf de energieleverantie, maar moeten zij de verscheidenheid aan energieopwekking faciliteren. Dat vraagt een innovatieve juridische, financiële en technische aanpak. “De mogelijkheden van decentrale energievoorziening zijn, dat er steeds meer energie opgewekt, opgeslagen en geconverteerd kan worden op de plek waar het wordt gebruikt. Voor gebouwen en elektrische auto’s kan je met zon en kleine windmolens lokaal vrijwel alles – zo’n 90 procent – opwekken. Voor industrie en vrachtverkeer ligt dat anders.”
Faciliteren duurzame energieopwekking
Agterberg vergelijkt de elektriciteitsinfrastructuur met het Nederlandse wegennet. Het hoogspanningsnet van TenneT zijn dan de snelwegen, waarlangs niemand woont. De regionale netwerken het verfijnde wegennet – van regionale wegen tot en met straten en stegen – dat hen met de klanten verbindt. “Bij het volledig doorvoeren van de decentrale duurzame energietransitie heb je geen extra netwerken nodig. In plaats van ons alleen te richten op uitbreiden van de infrastructuur, moeten we kijken hoe we anders omgaan met energie in de gebouwde omgeving, in de mobiliteit en in de industrie. Als we doorgaan met alleen maar te denken in centrale energielevering, dan is de Noordzee te klein.” Grootschalige opwekking van windenergie op zee komt ook met een prijs. Vorige jaar is onze energierekening duurder uitgevallen, omdat de kosten voor de netwerken op zee erbij komen. Dat zijn dus kosten naast die de klant zelf maakt voor eigen kleinschalige energiewinning in de straat of wijk.
De hele energiesector – marktpartijen en nutsbedrijven – staat nog aan het begin van de zoektocht hoe deze keuzevrijheid in productie vorm te geven met innovatieve toepassingen op de bestaande lokale infrastructuur, batterijen en andere opslagmogelijkheden. Afnemers gaan ook energie produceren en worden een actieve partij in de markt.
“Denken in centrale energielevering; dan is de Noordzee te klein.”
Straat of wijk spelen de hoofdrol
Duurzaamheid Alliander
Volgens de directeur Strategie van Alliander heeft het bedrijf duurzaamheid hoog in het vaandel staan. “Onze kantoren in Arnhem en Duiven zijn circulair gebouwd. Via onze inkoopkracht van een paar honderd miljoen euro per jaar kunnen we verduurzaming grootschalig in werking stellen. Zo ligt bij onze Europese aanbesteding evenveel nadruk op duurzaamheid en circulariteit als op de prijs. Tot en met de inkoop van koper. Wij willen daarvan weten waar het vandaan komt, hoewel de koperleveranciers die informatie niet graag melden. Onze ervaringen met deze verduurzaming van inkoop delen we graag met overheden, klanten en leveranciers.”
Voor netbeheerder Liander is er werk aan de winkel. De vraag naar aansluitingen is met 700 procent gestegen. “Dus moeten we ons de vraag stellen: Wat is er nu echt nodig om deze decentrale en kleinschalige ontwikkelingen op ons netwerk te faciliteren?” Die existentiële vraag te stellen is zeker wennen in een nutssector die van oudsher centralistisch en grootschalig denkt in gas- en elektraproductie en in eenrichtingsverkeer bij levering ervan over zijn netwerken. Van monopolistisch nutsbedrijf naar dienstenleverancier vraagt een interne cultuuromslag, erkent de directeur Strategie van Alliander.
Vandaag de dag bestaat er al de nodige diversiteit in energiebronnen. Onder gebruikers zijn zon en wind nu populair. Onder invloed van het weer is dat aanbod onregelmatig, grillig en onvoorspelbaar. Want waait het hard of schijnt de zon, dan doet dat het in de hele straat of wijk en stroomt de daar opgewekte energie in omgekeerde richting over het netwerk terug om op de markt te worden verkocht. Hierbij ontstaan allerlei nieuwe diensten zoals het aanpassen van het verbruik bij veranderend weer. Dit balanceren van het netwerk gaat via de markt, de grote aanbieders van energie. “Over retourlevering heeft de netwerkbeheerder niets te zeggen; zijn wettelijke rol is de energie door te geven”, benadrukt Agterberg. “Wij zien het als onze taak het netwerk zo te innoveren dat de nieuwe diensten die marktpartijen aanbieden, soepel lopen.”
“Poetin-gas is een dure niet-duurzame oplossing, want CO2-uitstoot blijft”
Van het gas af
Nederland leeft sinds de jaren ’60 als vanzelfsprekend op haar gas. Bijna elk huis, pand of bedrijf in ons land is aangesloten op het gasnet. Een unieke gasinfrastructuur waar omringende landen jaloers op zijn. De Gasunie is beheerder van het hoofdnet en de regionale netbeheerders beheren de regionale gasnetten. Nu decarbonisatie van onze energiebronnen een hoofddoel is in het klimaatbeleid van de Rijksoverheid lijkt deze vanzelfsprekendheid van ‘aan het gas’ zich tegen ons te keren. Iedereen van het gas af, is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Daar komt het nodige bij kijken.
Levert elektrificatie niet het gevaar op van het kannibaliseren van de gasinfrastructuur van bijvoorbeeld Liander? “Nederland wil in 2050 CO2-neutraal zijn. Dat kan technisch. Het is nog wel de vraag of we het met het aanbod van alternatieve energie voor de acht miljoen huishoudens gaan redden. Sinds het kabinetsbesluit te stoppen met aardgas uit Nederlands bodem, denken we in Nederland daarover pas echt serieus na!”
Voorstander collectieve subsidie
Alliander
Alliander is in handen van provincies en gemeenten. Onder de Alliander Groep zijn drie bedrijven actief. De belangrijkste is het nutsbedrijf Netbeheerder Liander, dat de energiedistributie van 40% van de netten in Nederland beheert. Het bedrijf Qirion legt zich toe op de ontwikkeling van duurzame technologieën en intelligente energie-infrastructuren. En het meetbedrijf Kenter levert innovatieve oplossingen voor energiemeting en energiemanagement op de zakelijke markt.
Aansluitend op de decentrale aanpak van duurzame elektriciteitsopwekking per straat of wijk is Agterberg bij de ‘gaskwestie’ ook voorstander van een collectieve aanpak van de overstap van gas naar elektrificatie of warmtenetten. Zij is dus geen voorstander van overheidssubsidies voor een individuele aanpak gezien de ervaring met individuele subsidies bij de aankoop van een elektrische auto. “Zij die het zich kunnen permitteren, grijpen hun kans. Dat moet je niet willen bij een grootschalige operatie als ‘van het gas af’.” Agterberg maakt zich echt zorgen, dat als gevolg van individuele subsidies klanten door elektrificatie van hun energieverbruik, de logische stap zetten het gasnet te verlaten. Dat betekent dat mensen die dat zich niet kunnen permitteren, opdraaien voor de kosten van het nog bestaande gasnet, want het tarievenmodel van publieke regionale netwerkbeheerders is gebaseerd op kostenverdeling.
Schoorsteenschaamte
“Ik wil dat onze netten toegankelijk en betaalbaar zijn voor iedereen en bepleit daarom een gestructureerde decentrale aanpak per straat of wijk. Dit sociale argument van gemeenschappelijk eigenaarschap is essentieel om bij mensen draagvlak te creëren voor de energietransitie. Zich bewust te worden dat ze daarmee hun CO2-voetstap verminderen, maakt hen trots.” Over tien jaar verwacht Agterberg dat het hebben van gas in de woning in Nederland niet langer meer vanzelfsprekend is. Alles met een schoorsteen wordt dan gezien als een probleem. Ze bekent zelf nu al enige tijd “schoorsteenschaamte” te hebben, wanneer ze uit haar schoorsteen zo’n witte pluim ziet komen in de straat waar de kinderen spelen.
“Collectieve aanpak per straat of wijk essentieel voor draagvlak verduurzaming”
Nieuw gas erop
Tot nu toe was het besluit ‘van het gas af’ iets wat een gebruiker nam. Na het kabinetsbesluit moèt de Nederlander van het gas! Niet iedereen zit daar op te wachten. Alleen al het feit dat het van hogerhand moet, schiet sommigen in het verkeerde keelgat. Het brengt een heleboel gedoe met zich mee zoals de aanpassing van de woning dat voor sommige mensen een ware verbouwing betekent. “De bijkomende kosten van de verwijderingsbijdrage à 600 euro voor het weghalen van de leidingen zijn bij weinigen bekend.” Maar ook in de beleidsplannen wordt nauwelijks gesproken over praktische alledaagse zaken zoals de kosten voor de aanschaf van nieuwe pannen en ander keukengerei geschikt voor het nieuwe koken. Velen vragen zich dan ook af of het opgeven van de gasinfrastructuur niet een enorme verspilling van geld en grondstoffen is. Kunnen we geen ander gas nemen? lijkt een voor de handliggende oplossing. Agterberg noemt het Poetin-gas noemt een dure niet-duurzame oplossing, want de CO2-uitstoot blijft. “Het Russische gas heeft bij lange na niet de kwaliteit van ons aardgas en de conversie tot bruikbaar gas voor op het Nederlandse gasnet, maakt het duur. En die afhankelijkheid van het buitenland moet je niet willen op het gebied van energievoorziening.”
Duurzame gasvormen
Steeds vaker worden waterstofgas, biogas, zeewiergas of andere gasvormen genoemd als alternatieven. Agterberg tempert de verwachtingen. Er is volgens haar nog te weinig van en het is nog te duur om een interessant businessmodel te schrijven. Zij somt de voor- en tegens op: Waterstof tot gas omzetten is nu nog vijf keer zo duur als het huidige gas, dus vooralsnog ongeschikt voor het gebruik in woningen. Alliander ziet echter de potentie van waterstof als belangrijk onderdeel in de toekomstige energievoorziening als vervanging van kerosine in de luchtvaart en als duurzame brandstof in het zware vrachtverkeer op de weg of in de scheepvaart. Biogas uit de megastallen is te kleinschalig en dus geschikt voor verwarming van dichtbijgelegen huizen en bedrijven, maar is ongeschikt voor koken vanwege schadelijk uitstoot. En voor zeewier ligt de toegevoegde waarde veel hoger in de waardeketen met het winnen van nutriënten uit het wier, die worden gebruikt in medicijnen en voeding; gaswinning uit zeewier ligt laag in deze keten. “Interessanter vind ik de ontwikkeling van gaswinning op windparken, waar elektriciteit tot gas wordt geconvergeerd en per buis of zelfs LPG-tanker naar het vasteland wordt vervoerd.”
“Gas van windparken op het gasnet in Den Helder”
Rol Alliander
De directeur Strategie van Alliander legt steeds weer de nadruk op de dienstverlenende rol van een regionale netbeheerder, die overigens voor de grote en kleine klant een monopolist is in netwerkbeheer. Zowel op het elektriciteitsnet als op het gasnet heeft de klant geen keuze voor het vervoer van de door hem zelf opgewekte energie. Toch ziet Alliander voor zichzelf een betekenisvolle rol bij de decentrale duurzame energietransitie door informatie te verschaffen aan haar klanten en kennis te delen met overheden en marktpartijen.
Kan zij in deze rol de klant stimuleren over te gaan naar decentrale duurzame energietransitie door korting te geven op het gebruik van haar netwerk? “Helaas dat gaat niet. Volgens onze wettelijke taak als dienstverlenend nutsbedrijf mogen we geen korting geven.” Lachend… “Maar we straffen je ook niet met een boete zoals dat in België gebeurt als je bijvoorbeeld zonnepanelen op je dak hebt. Ons tarievenmodel is gebaseerd op kostenverdeling: de klant betaalt voor de kabel en zekering naar de woning of bedrijf, die hem een zekere capaciteit biedt.”
Om de vraag naar infrastructuur aan te kunnen, moeten netbeheerders innoveren in bestaande infrastructuur om de potentie ervan te optimaliseren. “Daarbij is steeds weer de vraag of nieuwe infrastructuur wel altijd noodzakelijk is en gewenst. Een weiland aansluiten waar een zonneweide is gepland – een plek waar nooit iemand komt en dus geen netwerk ligt – is duur. Het energie-opwekken levert de eigenaar misschien een paar euro op, maar de kosten ervoor komen wel voor rekening van de rest van Nederland.”
Acht miljoen huishoudens
Wie moet de kar trekken naar een decentrale duurzame energietransitie die de burger zelf in straat en wijk initieert? Gemeenten, provincies, woningcorporaties of netwerkbeheerder? “Gemeenten en provincies kunnen alleen stimuleren door subsidie te verlenen. En wat mij betreft aan straat- of wijkinitiatieven. Het grootste gedeelte van de acht miljoen Nederlandse huishoudens staat in een straat waar de huizen uit dezelfde tijd dateren en enigszins hetzelfde zijn. Energietransitie is met die eenvormigheid een stuk goedkoper te realiseren dan in de oude binnensteden en dorpskernen, die vaak beschermd zijn. Daar zullen eerder centrale warmtenetten aangelegd worden” voorspelt Agterberg.
De rol van woningcorporaties moet hier niet overschat worden. Energietransitie wordt te gemakkelijk bij hen neergelegd. De corporaties krijgen al zo veel op hun bord en je kan niet verwachten dat ze het voortouw nemen bij de decentrale duurzame energietransitie. Dat heeft niets te maken met de verhuurdersheffing die hen is opgelegd door de Rijksoverheid. “Dat is een zwak argument. We betalen allemaal belasting”, wimpelt Agterberg dit veel gehoorde argument weg.
Maatschappelijke taak Alliander
Nederland heeft ervoor getekend in 2050 CO2-neutraal te zijn. Welke rol heb je als grote marktpartij om dit te realiseren? “Ik ben ervan overtuigd dat als Liander zich als netwerkbeheerder openstelt voor de ideeën en initiatieven van haar klanten – gebruikers en energieaanbieders – we gezamenlijk ver komen,” stelt de directeur Strategie, de drijvende kracht achter decentrale duurzame energietransitie in straat en wijk.. “De ontwikkelingen gaan hard, voortdurend worden innovatieve diensten en toepassingen uitgevonden. Het is onze taak ons netwerk zo in te richten om deze te faciliteren. Ons bestaande netwerk heeft die potentie. Wij willen als Liander een actief deel van de oplossing zijn.”
Désirée Crommelin
© duurzaamplus.nl
foto © Groninger Energie Koepel (GrEK)
foto © Alliander
Geef een reactie