Duurzame betonketen belangrijke stap in transitie naar duurzaamheid in bouw

De drie noordelijke provincies willen zich met een duurzame en innovatieve economie onderscheiden en zo nieuwe werkgelegenheid creëren. Zij werken daarvoor samen in het open netwerk Contactnet Duurzame Innovatie Noord-Nederland (CODIN), een conceptenfabriek voor de praktische aanpak van duurzaamheid binnen diverse productketens.
Transitie duurzame economie
Het Contactnet Duurzame Innovatie Noord-Nederland, het CODIN, is het samenwerkingsverband voor duurzame innovatie, van en voor alle deelnemers aan de Noordelijke economie. Peter Bootsma, coördinator van CODIN, benadrukt dat het een informeel netwerk is, dat de transitie naar een duurzame economie wil versnellen. Het netwerk ontstond vier jaar geleden toen enkele beleidsmakers uit verschillende koepelorganisaties van het bedrijfsleven (KvK, TCNN, Syntens), Natuur en Milieufederaties en overheden (gemeente Groningen en Leeuwarden en Provincie Friesland) samenwerking zochten.
Zo ontstond een gezamenlijke conceptenfabriek met focus op duurzame innovatie. Centraal bij CODIN staat: hoe werk je samen in een duurzame economie, bijvoorbeeld binnen een productketen?” Intenties uitspreken is heel gemakkelijk, maar de praktische uitvoering van de grond te krijgen is een stuk ingewikkelder en heeft alles te maken met geld verdienen. Je bent dus afhankelijk van leveranciers en afnemers tot en met consumenten. Het moet hun in deze gure economische tijden wel wat opleveren, anders ben je weer zo’n geitenwollen sokken type.
Ketenoverleg
Binnen dit Contactnet heef ketenoverleg tot nu toe de hoogste vlucht genomen. Dit is echter slechts een onderdeel van waarmee CODIN zich bezig houdt. CODIN’s aanpak is voor alles praktisch binnen de begrenzing in plaats en product. Bootsma illustreert deze met het ketenoverleg beton en andere bouwmaterialen. “Daarmee hebben we ervaring. Maar het kan net zo goed over kleding, woontextiel, transport etc. gaan.“
Het begint allemaal met een zorgvuldige keuze wie je rond de tafel wilt hebben. Bootsma spreekt van de ‘zes windrichtingen’ van een ketenoverleg: de plaatselijke aanbod-, vraagzijde, recycling, kennis, overheid en de transitieversnellers (de ngo’s die een mening hebben over duurzaamheid). “Al die partijen hebben hun eigen vakkennis in huis. Door daar onderling een beroep op te doen, ontstaat commitment en bereidheid om de organisatiekosten van een ketenoverleg te delen.”
“De partijen knopen hun kleine acties aan elkaar tot hun pakket. Zo financiert duurzaamheid zichzelf.”
Verduurzaming betonketen
Aan de hand van een recyclingprobleem met sloopafval van de gemeente Groningen schetst de CODIN-coördinator hoe het lokale betonketenoverleg een duurzame oplossing voor hergebruik heeft gevonden, waar alle partijen wat aan hebben.
Het probleem was, dat sloopbeton niet werd hergebruikt in de bouw, maar werd ‘gedowncycled’ als fundatiemateriaal in de wegenbouw. Dat is ook hergebruik, maar daar heeft de bouw zelf niks aan, terwijl die sector juist op grondstoffen wil en moet besparen. In het ketenoverleg kwam een oplossing op tafel: als de wegenbouw waar dat kan, overstapt op menggranulaat (een mengsel van gebroken baksteenpuin en betonpuin), dan blijft er betongranulaat over voor de bouw en voor de grond-, weg- en waterbouw.
Juist omdat de hele keten aan tafel zat, kon dit praktisch uitgewerkt worden. Verduurzaming van de betonketen gaat nu als volgt: De gemeente Groningen schrijft waar dat kan menggranulaat voor als wegfundatie, de recyclingbedrijven leveren meer betongranulaat aan mortelcentrales, mortelcentrales adviseren aannemers over granulaatbeton en architecten nemen dat op in hun bestekken. Binnen Bouwend Nederland heeft het betonketenoverleg deze informatie verspreid, zodat alle lokaal betrokken bedrijven bij deze actie kunnen aanhaken en wordt er daarvoor nu een betonconvenant opgesteld. Zo kunnen alle leveranciers profiteren van het groeiende marktaandeel van duurzame producten en valt niemand buiten de boot.
Transitieversnellers, verenig u!
“Wat in de groeiende duurzaamheidsbeweging ontbreekt, is een landelijke vereniging waar alle ’transitieversnellers’ lid van zijn. Een soort van branche-organisatie die onderlinge samenwerking versterkt.”
De aanpak van CODIN is, zo ver haar coördinator weet, uniek. “Wij richten ons op alle belanghebbenden en niet alleen op ondernemers, overheden en onderwijs. Bij verduurzaming is voor ons het maatschappelijk middenveld essentieel.” Open source is daarin een belangrijk instrument. CODIN’s site is voor iedereen toegankelijk. Het Contactnet overweegt binnenkort een vereniging te worden waar iedere belanghebbende – van bedrijf, overheid tot consument – lid kan worden.
Maar Bootsma trekt het breder. “Wat in de groeiende duurzaamheidsbeweging ontbreekt, is een landelijke vereniging waar alle ’transitieversnellers’ lid van zijn. Een soort van branche-organisatie die onderlinge samenwerking versterkt.”
In het verlengde hiervan heeft de coördinator nog een praktische tip. “Duurzame bedrijven, instellingen of ngo’s kunnen op steeds meer websites een profielpagina aanmaken. Die pagina’s moeten ze dan wel bijhouden worden en dat kost steeds meer tijd. Een vereniging van transitieversnellers zou iedereen een plezier kunnen doen met een centrale database, waar iedereen een profiel instopt en uit kan putten. Dat bespaart tijd en geld voor iedereen. Voor het Noorden heeft CODIN daar een proefproject voor opgezet. Zoiets zou ook landelijk heel handig zijn. Een goed sneeuwbaleffect, dat nodig is voor het verduurzamen van Nederland.”
10 december, 2012
Désirée Crommelin
©2012 duurzaamplus.nl
Betonkringloop ©CODIN
Geef een reactie