Green Deals: samenwerken tussen overheden, bedrijfsleven en ngo’s voor duurzame economie

In Green Deals maken bedrijfsleven, ngo’s en lagere overheden afspraken met de Rijksoverheid om de Nederlandse economie te verduurzamen.“Sinds de ‘moederdeal’ in 2011, de allereerste Green Deal, tussen de stichtende partijen, zijn er ruim 450 voorstellen voor een Green Deal-kwalificatie ingebracht. Daarvan kregen tot nu toe 150 het officiële stempel Green Deal en konden zo aan de slag”, vertelt Monika Milz, voorzitter van de Green Deal Board.
Green Deals Haagse vehikel
Door zo het voortouw te nemen op het gebied van duurzaam gebruik van grondstoffen, biodiversiteit en water, duurzame mobiliteit, duurzame energie en energiebesparing moeten deze Green Deals bijdragen aan revitalisering van de Nederlandse economie.
De Green Deal is een Haags politiek vehikel van een overheid op afstand, die samen met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties Nederland wil verduurzamen. Maar wie of wat komt in aanmerking voor een Green Deal? Daar heeft de Rijksoverheid een aantal uitgangspunten voor geformuleerd. Zo moet de indiener zelf een actieve rol spelen in de uitvoering van het initiatief, dat concreet verduurzaming beoogt. Dat kan op het gebied van grondstoffen, mobiliteit, energie, water, biodiversiteit etc. De Green Deal moet rendabel zijn, binnen drie jaar resultaat laten zien en tot nieuwe economische activiteiten leiden of kostenbesparingen voor bedrijven en burgers opleveren. Een verzoek tot een Green Deal wordt bij de Rijksoverheid ingediend.Tot nu toe werden er Green Deals gesloten tussen Rijksoverheid, burgers, bedrijven en organisaties, maar soms zelfs tussen overheden onderling om zo elkaars belemmeringen op te ruimen. De Board-voorzitter benadrukt dat er voordat een Green Deal wordt gesloten al heel wat voorwerk is verricht, zoals tegenstellingen en oud zeer opruimen, om zo scherp het gemeenschappelijke belang en doel in het vizier te krijgen. Daarna wordt binnen de Green Deal gezamenlijk aan de doelstelling verder gebouwd.
Green Deal Board
Uitdrukkelijk is door de stichtende partijen een onafhankelijke toezichthouder in het leven geroepen die voortgang en resultaten van alle Green Deals in de gaten houdt. De Board is samengesteld uit vertegenwoordigers van deze stichtende partijen en komt vier keer per jaar bijeen om de rapportage door Agentschap NL over de voortgang van de Green Deals te bespreken. Daarnaast heeft iedere lid van de Green Deal Board persoonlijk twee Green Deals geadopteerd. “De Board heeft geen sancties in handen, maar onze belangstelling en vragen op zich werken vaak al sanctionerend”, constateert de voorzitter glimlachend.
Green Deals is polderen 3.0
Dat veel van de Green Deals toch weer naar de gevestigde marktpartijen gaan, zoals de grote energiebedrijven, ontkent de voorzitter van de Board niet. “Wil je iets bereiken in verduurzaming van onze energievoorziening, dan heb je die wel nodig!” Maar als je de Green Deal-factsheets bekijkt, zie je ook kleine initiatieven van duurzame energie als De Winst van Paardenmest of de Rietvergasser van Gerberakwekerij Zwarts op de lijst staan. In totaal participeren inmiddels bijna 500 partijen uit allerlei geledingen in Green Deals. Van de deelnemende bedrijven komt zo’n 40 procent uit het MKB. De nadruk van Green Deals lag in het begin nog sterk op energie. Geleidelijk aan zie nu je steeds meer andere initiatieven op het gebied van biodiversiteit, waterbesparing of verduurzaming van een specifiek product met Driekwart Duurzame Koffie in Nederland in 2015 op de lijst.
Rijksoverheid op afstand
In de huidige netwerksamenleving moet ook de Rijksoverheid overstag en gaan netwerken. In een energieke samenleving waar burgers en bedrijven vol ambities en aspiraties willen vernieuwen gaat de Rijksoverheid nu in Green Deals meewerken in plaats van belemmeringen opwerpen met haar wet- en regelgeving. De Rijksoverheid wil nu helpen deze knelpunten weg te nemen, door bijvoorbeeld de regeldruk te verminderen, haar netwerk en inkoopkracht in te zetten of kennis te delen. Vroeger zochten overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties de confrontatie. Soms leidden deze botsingen wel eens tot grijze compromissen. “Een stuk intelligenter is wat de partijen nu doen door samen op zoek te gaan naar oplossingen! En de ervaring met Green Deals leert, dat die oplossingen soms de verwachtingen overtreffen. Vertrouwen en het delen van kennis en ervaring, dus het benutten van elkaars potentie, brengen de partijen tot creatieve oplossingen.”
Bottom up
Volgens de voorzitter van de Board is er niets mis met polderen 3.0. “In Nederland kennen we juist die cultuur van het elkaar-iets-gunnen. Zeker wanneer je elkaar leert kennen en vertrouwen, dan kom je tot iets wezenlijks.” In het gesprek valt regelmatig het begrip ‘bottom up’ als het gaat om de omslag in de houding van de overheid. In een Green Deal is de overheid niet meer de baas; zij is één van de deelnemers. Haar rol is te luisteren naar initiatieven uit de samenleving en deze ruim baan te geven te helpen belemmeringen door wet- en regelgeving uit de weg kan ruimen. In wezen is en blijft het haar verantwoordelijkheid de burgers met publieke voorzieningen te beschermen èn in staat te stellen economische waarde in onze maatschappij te creëren. Die publieke voorzieningen moet ademen en niveau – dus respect – tonen èn uitstralen in de samenleving.
“Als we niet meer kunnen ademen door allerlei wettelijke belemmeringen, dan verstik je als overheid de economische vitalisering van de samenleving en verzaak je zo je verantwoordelijkheid.”
Green Deals: geen subsidiepot, maar samenwerken
In deze tijd van een terugtredende overheid en schaarse publieke middelen worden aan Green Deals geen subsidies verleend. Hooguit kleine bedragen voor een bepaald doel zoals een haalbaarheidsonderzoek. “De bedragen die er in politiek Den Haag circuleren, zijn bedragen waarmee binnen ministeries wordt geschoven. Wij hebben als Board geen budget!” benadrukt Milz. Bij een Green Deal gaat het om het samenspel tussen partijen die iets willen, inclusief de overheid. Ambtenaren ervaren nu hoe lastig hun zorgvuldig geschreven spelregels bij de uitvoering van innovatieve plannen in de praktijk zijn te hanteren. “Bij deze vernieuwing gaat het meestal om interpretatie van ‘ouderwetse’ spelregels uit andere tijden en omstandigheden. Je kunt dus spreken van een zekere innovatie van overheidsbeleid zonder dat de spelregels worden veranderd. Want een wetwijzing kost veel te veel tijd.”
Nieuwe overheid
De overheid stapt bij de Green Deals uit haar traditionele rol van ‘top-down’ van Vadertje Staat, waarbij innovatieve initiatieven uit de samenleving nog wel eens door onmacht van een ambtenaar in een lade verdwenen. De nieuwe overheid moet, zo voorspelt Milz, straks van haar ambtenaren andere competenties vragen. De voorzitter van de Green Deal Board geeft direct toe dat in die zin het Green Deal-concept niets met specifiek duurzaam of groen te maken heeft. “Verduurzaming vraagt veel innovatie, dus waarom dan ook niet een nieuwe bestuurlijke aanpak? Met dit nieuwe beleidsconcept speelt de overheid in op de ontwikkelingen in de huidige netwerksamenleving van samenwerken, onderling vertrouwen en kennis delen. Ze experimenteert gewoon mee.”
www.rijksoverheid.nl/greendeal
12 oktober, 2012
Désirée Crommelin
©2012 duurzaamplus.nl
illustratie © PvdA
Geef een reactie