CU: EU-bureaucratie bemoeilijkt innovatieve visserij en duurzame genetische manipulatie
Is na Rio+20 die rol van de overheid – of het nu gaat over de Europese, nationale of lokale overheid – in verduurzaming van de samenleving uitgespeeld? Want het bedrijfsleven lijkt nu – grensoverschrijdend – het voortouw te nemen in die duurzame samenleving. Al hun goede bedoelingen ten spijt, want die goede bedoelingen vallen daarmee buiten de macht van kiezer/consument. Is deze ontwikkeling een gemiste kans voor de EU, haar burgers en volksvertegenwoordigers? Peter van Dalen, EP-lid voor de ChristenUnie vindt dat de verduurzaming van de samenleving moet worden gefaciliteerd door de EU. Het kan niet zo zijn dat ‘Brussel’ duurzame innovatie bemoeilijkt. Hij illustreert dit in zijn column voor duurzaamplus.nl met zijn inzet in Brussel voor aan twee concrete zaken “de duurzame pulskor-vangsttechniek en duurzame genetische modificatie.
Nederlandse uitvindingen duurzame visserij
In resoluties en verslagen van het Europees Parlement lees je als Europarlementariër altijd wel een zin over duurzaamheid. Of het nu gaat over zeeschepen, zwerfdieren of zeepjes, duurzaamheid wordt standaard genoemd. Op zich positief zou je zeggen, maar door het altijd te noemen wordt de term een lege huls. Dat moet voorkomen worden. Daarom zet ik mij in Brussel in om duurzaamheid concreet te maken. Bij voorkeur niet door met méér Europese regels te komen, maar door ruimte te geven aan duurzame innovatie binnen de bestaande regels. Milieuvriendelijker vangstmethodes in de visserij en alternatieve technieken in plantveredeling waaronder cisgenese, zijn twee voorbeelden waarvoor ik me nu vanuit deze pragmatische invalshoek inzet zijn.
Milieuvriendelijker vangstmethode met pulskor-techniek
De pulskor-techniek, die in ons land is ontwikkeld moet worden toegestaan. Deze innovatieve vorm van vissen zorgt voor een besparing van 50% in brandstofverbruik, 50% minder bijvangst, minder schade aan de zeebodem en méér opbrengst.
De visserijsector moet verduurzamen, dat staat als een paal boven water. Maar sommige milieuorganisaties lijken verduurzamen te verwarren met verdwijnen. Beter is te kijken naar milieuvriendelijker vangstmethodes, zoals de pulskor-visserij. Hier wordt met een stroomstoot van een paar volt vis van de bodem opgeschrikt en in een net gebracht, dat juist boven de bodem zweeft. Dat is dus heel iets anders dan de huidige manier van vissen met sleepnetten, die met hun zware kettingen de bodem kapot trekken.
Deze pulskor-techniek – in ons land is ontwikkeld – is een innovatieve vorm van vissen die zorgt voor een besparing van 50% in brandstofverbruik, 50% minder bijvangst, minder schade aan de zeebodem en méér opbrengst. Momenteel zijn echter in de EU àlle vormen van elektrisch vissen verboden, maar is wel tijdelijk een uitzondering gemaakt voor de Noordzee. Daar is het toegestaan dat bij wijze van proef 5% van de vloot in de Noordzee elektrisch mag vissen. Deze uitzondering is veel te beperkt en moet wat mij betreft, snel worden uitgebreid. Met andere woorden: deze nieuwe techniek moet volledig worden toegestaan! Ik heb hiervoor amendementen ingediend, waarover het Europees Parlement binnenkort stemt.
Cisgenese: duurzame genetische modificatie
“Ik vind dat gewassen die voortkomen uit veredeling via cisgenese geen GMO zijn en dienen te worden vrijgesteld van een groot deel van die kostbare onderzoeken. Cisgenese combineert de snelheid van genetische modificatie met de veiligheid van klassieke veredeling en heeft cisgenese aanzienlijke milieuvoordelen.”
Mijn tweede voorbeeld van ruimte voor duurzame innovatie binnen bestaande EU-regels is cisgenese. Genetische modificatie van planten is een heet hangijzer in de Europese politiek. Aan de ene kant is er de noodzaak om gewassen te beschermen tegen ziektes, aan de andere kant zijn er ethische bezwaren en zorgen over voedselveiligheid. Ook hier kwamen Nederlandse onderzoekers, dit keer uit Wageningen, met een innovatieve oplossing: cisgenese. En ook hier staat de Europese Commissie duurzame innovatie in de weg!
Bij normale genetische modificatie, transgenese genaamd, worden vreemde genen van bijvoorbeeld bacteriën bij een aardappelsoort ingebracht. Er wordt buiten de soortgrenzen getreden op zoek naar genen die de plant resistent maken. Het resultaat is een ‘genetisch gemodificeerd organisme’ (GMO). Bij cisgenese worden alleen soorteigen genen in het veredelingsproces gebruikt. Er wordt binnen een plantensoort gezocht naar natuurlijke genen die de plant resistent maken. De soortgrenzen worden niet overschreden. Het resultaat is een plant die ook op natuurlijke wijze had kunnen ontstaan, bijvoorbeeld door kruisbestuiving. Die nieuwe plant is dus geen GMO, maar wordt door de Europese Commissie vooralsnog wèl als zodanig beschouwd. En dat geeft veel onnodige problemen.
Kansen voor duurzame innovatie door MKB
Het op de markt brengen van nieuwe, gemodificeerde gewassen is extreem kostbaar, omdat veel onderzoek gedaan moet worden naar de veiligheid. Dit heeft tot gevolg dat alleen de allergrootste multinationals het geld hebben om een nieuw gewas op de Europese markt te brengen. Ik vind dat gewassen die voortkomen uit veredeling via cisgenese geen GMO zijn en dienen te worden vrijgesteld van een groot deel van die kostbare onderzoeken.
De Europese Commissie doet al jaren onderzoek naar alternatieve technieken in plantveredeling, waaronder cisgenese. Ik heb de Commissie opgeroepen haast te maken om cisgenese te erkennen als veilige techniek. Op een hoorzitting die ik organiseerde over cisgenese, werd deze oproep ook gedaan door academici, consumenten en het bedrijfsleven.
Samengevat: cisgenese combineert de snelheid van genetische modificatie met de veiligheid van klassieke veredeling. Daarbij heeft cisgenese aanzienlijke milieuvoordelen en is het een kans voor het Nederlandse MKB. Ik zou zeggen: waar wachten we nog op?
EP-er pakt duurzame initiatieven op
Helaas zijn deze beschreven voorbeelden geen uitzonderingen en laten ze zien dat de bureaucratie van Europese Unie duurzame innovatie bemoeilijkt. Om dat tegen te gaan zie ik duidelijk een rol voor de Europese politiek weggelegd. Als volksvertegenwoordigers moeten we goede duurzame initiatieven vanuit de samenleving oppakken en tot resultaat brengen. Dan is duurzaamheid geen lege huls maar boeken we concrete resultaten.
30 augustus, 2012
Peter van Dalen, Lid van het Europees Parlement voor de ChristenUnie
binnen de fractie van European Conservatives and Reformists Groups (ECR)
www.christenunie.nl
www.ecrgroup.eu
Geef een reactie